Gesloten: 24–26 dec & 1 + 7–12 jan. Bestellingen worden verwerkt op geopende dagen.
Gesloten: 24–26 dec & 1 + 7–12 jan. Bestellingen worden verwerkt op geopende dagen.
De juiste maat borstschild maakt vaak het verschil tussen comfortabel en effectief kolven of juist pijn tijdens kolven en een matige opbrengst.
Als je borstschild te groot of te klein is, kan je tepel gaan schuren, kan er te veel tepelhof mee de tunnel in trekken of voelt het alsof je borst niet goed leeg raakt.
Op deze MoM&e pagina leer je stap voor stap je borstschild meten, je maat borstschild bepalen en begrijpen welk type schild (hard plastic, silicone of 3D silicone) het beste past bij jouw situatie.
Kolven is niet ‘one size fits all’. De maat van het borstschild beïnvloedt:
comfort: minder wrijving en minder druk op de verkeerde plek,
melkstroom: betere stimulatie en een soepelere toeschietreflex,
leegkolven: minder het gevoel dat er melk achterblijft,
tepelconditie: minder roodheid, wit worden of zwelling na afloop.
Als je jezelf afvraagt: ‘welke maat borstschild heb ik nodig’? is meten een goede start. Opmeten geeft je een indicatie welke maat je zou kunnen gebruiken maar niet welke maat je moet gebruiken voor de beste opbrengst. Je tepel kan namelijk ook langer worden of opzwellen tijdens het afkolven van moedermelk. Bij sommige schilden (zoals 3D silicone) is het gevoel en het drukpunt minstens zo belangrijk.
Het is normaal dat je borstschild maat niet altijd hetzelfde blijft. Bijvoorbeeld:
in de kraamweek kan je borst en tepel tijdelijk anders reageren door stuwing en herstel,
tijdens één kolfbeurt kan de tepelhof wat meer ‘ruimte’ krijgen als de borst leger raakt,
bij een volgend kindje kan je lichaam weer anders reageren dan bij je vorige kolfperiode,
je linker- en rechtertepel kunnen verschillen in maat (dat komt veel vaker voor dan mensen denken en ziet eruit als verschil in productie).
Daarom is ‘een keer meten en klaar’ niet altijd realistisch. Zie meten als een momentopname, en check je comfort regelmatig zodat je weet welke maat borstschild noodzakelijk is.
Je lichaam geeft vaak duidelijke hints welke maat borstschild je nodig hebt.
Dit kun je voelen:
pijn of een branderig gevoel aan de tepel (schuren langs de tunnelwand of tegen het einde van de tunnel),
een trekkend, knellend gevoel in plaats van een ritmische, comfortabele zuigbeweging,
het gevoel dat je borst niet leeg is na het kolven.
Dit kun je zien:
een flink deel van de tepelhof schuift mee de tunnel in (niet bij 3D),
de tepel of tepelhof wordt opvallend wit of juist rood,
na het kolven zie je een ronde, verdikte rand op het tepelhof,
de tepel komt na afloop afgeplat, puntig of geïrriteerd uit het schild.
Een verkeerde maat borstschild is één van de meest voorkomende oorzaken van kolfpijn, lage opbrengst en frustratie.
Wil je je borstschild meten en je maat borstschild bepalen? Doe dit zo:
Meet op een rustig moment
Meet vlak voor een kolfbeurt en niet direct na het kolven (dan kan de tepel al gezwollen zijn),
Gebruik een meetlint of tepelmeter
Een meetlint kan prima. Een tepelmeter/meetkaart werkt vaak net sneller en consistenter omdat je tepel ook een ovale vorm kan hebben,
Meet alleen de tepel (niet de tepelhof)
Meet de diameter van de tepel van links naar rechts, in millimeters. De tepelhof tel je niet mee,
Noteer je maat in mm
Je hebt nu je tepelmaat,
Houd rekening met zwelling
Tijdens kolven kan de tepel wat opzwellen. Bij veel harde (plastic) borstschilden tel je daarom vaak ongeveer 2 tot 3 mm bij je gemeten maat op als uitgangspunt.
Belangrijk: de ‘+2 tot +3 mm’ is vooral een handige richtlijn bij harde schilden om te weten welke maat borstschild je nodig hebt. Bij 3D silicone werkt kiezen soms net anders (zie verderop).
Als je een hard, polypropyleen (plastic) borstschild gebruikt, is dit een praktische vuistregel:
meet je tepel in mm
tel daar ongeveer 2 tot 3 mm bij op
kies de dichtstbijzijnde beschikbare maat
Daarna check je altijd het resultaat in de praktijk:
beweegt je tepel vrij in de tunnel, zonder schuren?
komt er niet te veel tepelhof mee de tunnel in?
voelt het comfortabel en effectief?
Hier gaat het vaak mis, omdat mensen hetzelfde ‘meet-advies’ op beide types borstschilden gebruiken.
Hard polypropyleen (plastic)
je tepel moet ruimte hebben in de tunnel,
de tepel mag niet langs de wand schuren en niet ‘vastplakken’,
de tip van de tepel beweegt vrij in de tunnel zonder wrijving.
3D silicone borstschild
silicone mag juist contact maken met tepel en tepelhof,
het schild werkt met zachte compressie (een soort masserende druk),
de pasvorm gaat niet alleen om millimeters maar vooral om waar druk gegeven wordt.
Bij 3D silicone borstschilden wil je dat het schild en de tunnel druk geven op de overgang van tepel naar tepelhof. Dat drukpunt kun je vergelijken met de manier waarop de tong van een baby druk uitoefent op diezelfde overgang. Die druk helpt om de melkstroom op gang te houden en ondersteunt het ritme van de melkafgifte.
Dus bij 3D silicone ‘welke maat borstschild’ geldt: kies de maat waarbij het 3D schild en de tunnel druk geven op de overgang van tepel naar tepelhof.
Niet: de maat die het dichtst bij je gemeten tepelmaat ligt,
Let op:
Als een 3D schild de tip van de tepel samenknijpt, is het schild te klein en kan er geen melk stromen. Ook als je meetlint of tepelmeter zegt dat die maat “zou moeten kloppen”. Bij 3D silicone is comfort én juiste drukverdeling leidend.
Kort samengevat:
juiste maat 3D silicone: druk op de overgang tepel/tepelhof, niet knijpen op de tepelpunt,
te klein: knijpt de tepelpunt of geeft scherpe pijn,
te groot: te weinig effectieve compressie of te veel tepelhof dat mee beweegt.
tepelhof per ongeluk mee meten (dan kom je bijna altijd te groot uit),
meten direct na het kolven (tepel is dan vaak gezwollen),
één borst meten en aannemen dat de andere dezelfde maat is,
aannemen dat de mm-regel goed is zonder te kijken naar het drukpunt,
Gebruik dit als snelle zelfcheck:
geen scherpe pijn of schuren tijdens het kolven,
tepel beweegt logisch mee, zonder te ‘botsen’ tegen het einde van de tunnel,
beperkte of geen tepelhof die de tunnel in wordt getrokken (bij hard plastic),
bij 3D silicone: druk op de overgang tepel/tepelhof, geen knijpen op de tepelpunt,
na het kolven geen duidelijke witte verkleuring, extreme roodheid of verdikte ring.
